René Gabriëls – van het groot spel naar de Série-Américaine (1944)

René Gabriëls - van het groot spel naar de Série-Américaine (1944)
René Gabriëls – van het groot spel naar de Série-Américaine (1944)

In het eerste deel begint Gabriëls met algemene informatie over het grote spel.

Vervolgens over het verzamelen der ballen, oefen- en fantasiestoten en gaat hij uitgebreid in op de série-américaine, laat hij hele séries-américaine zien, en zet hij uiteen hoe men van een willekeurige positie zo snel mogelijk de ballen in de serie heeft liggen.

Het tweede deel van dit boek bestaat uit de “Atlas bij van het grootspel naar de Série Américaine” en bevat alle afbeeldingen, waarnaar in het eerste deel wordt verwezen.

Tot slot worden er een groot aantal foto’s getoond met de keuvoering in diverse situaties.

 

 

Uitgever: Foresta Groningen
Harde kaft met boekomslag.
Deel 1: 184 pagina’s
Deel 2: 83 pagina’s

René-Gabriëls-Van-het-groot-spel-naar-de-Série-Américaine-(1944)a

Passeerstoot

Het is een bekend gegeven, om het speelveld zo veel mogelijk aan de korte band te houden.
Indien de speelbal tussen de korte band en de 2 aan te spelen ballen ligt is het zaak de speelbal aan de andere zijden van de 2e en de 3e bal te krijgen, zodat we de ballen aan de korte band kunnen houden.

Liggen de 2e en 3e bal dicht bij elkaar dan trachten we door rustig te stoten de ballen via een aantal caramboles, van elkaar te spelen tot ze in de positie liggen, waarbij midden door gepasseerd kan worden.

Hierbij moeten we rekening houden met het geven van effect als hier onder is weergegeven.


passeerstoot-02Om de speelbal te dwingen tussen bal 2 en 3 door te lopen bal 1 wat hoger raken (indien tussenafstand klein is)

Spelen we van bal 2 dan geven we links effect om de speelbal van bal 3 af te draaien

Spelen we van bal 3 dan geven we rechts effect om de speelbal van bal 2 af te draaien.

 

 

 


passeerstoot-03Speel bal 1 met links effect van bal 2 om van bak 3 af te draaien.

 

Bij de volgende stoot kunnen we trekken van bal 2 en zorgen dat de speelbal aan de buitenkant blijft van bal 3, zodat we naar de korte band kunnen blijven spelen.

Oefenbiljart 04

30 mei 2015

Te koop € 600.00 – Verwarmt oefenbiljart (verkocht)

Oefenbiljart-65x115
Oefenbiljart 04
  • Speelmaat: 65 x 115cm (lei is 1/3e wedstrijdbiljart 230).
  • Leidikte is 5 cm.
  • bouwjaar voor 2000
  • Normale bandhoogte, zodat met met 61,5 mm biljartballen kan trainen
  • Het laken is van het merk Iwan-Simonis rapide No.300 (origineel wedstrijdlaken).
  • Onderstel is demontabel en voorzien van stelpootjes.
  • Verwarming met thermostaat en controlelampje.

Serie Américaine

De serie Américaine houdt in: Een serie te maken langs de band en daarbij de ballen in een bepaalde positie trachten te houden, welke deze serie mogelijk maakt .
De linkshandige spelers spelen het biljart rond tegen de klok in en de rechthandige met de klok mee.
Bij de serie american denken we aan 3 basisstoten, die door de beginnende biljarter goed geoefend dienen te worden om niet na enige stoten uit positie te geraken.

Deze stoten zijn:

  1. de drijfstoot
  2. de klotsbal
  3. de plaatsingsbal

Verder moeten we, om een juiste positie te behouden en de serie american niet te verbreken, denken aan de volgende punten:

  1. De te bespelen ballen onder ±45 graden aan de band houden
  2. Een van de ballen moet altijd ± één baldikte van de band afblijven
  3. Zorg dat de speelbal achter de 2 te bespelen ballen blijft
  4. Zorg dat de speelbal niet voorbij een van de twee aan te spellen ballen gaat.
De Drijfstoot
De Drijfstoot

De Drijfstoot (±45 graden)

Dit is de ideale positie voor de serie américaine.

We spelen van bal 2 met zacht tempo waarbij we de keu rustig door de bal heen stoten zonder effect.

Hierbij opletten de keu niet terug halen na de stoot.

 

De Klotsbal - Serie Américaine
De Klotsbal – Serie Américaine

De Klotsbal

De ballen liggen nu uit positie en bal 2 ligt vast.
We plaatsen nu een trekstoot op de bal 2 en passeren dun bal 3.
De trekstoot moeten we goed laag in zetten waardoor bal 2 van de band af komt en zo de ballen weer in positie komen.

Om deze bal in positie te krijgen raken we de speelbaal boven in met links effect.

klotsbal-02Door het linkse effect draait bal 2 met rechts effect naar bal 3 en wordt bij de band gedwongen door bal 1 welke, omdat wij deze bovenin raken meer loop-effect heeft en door de bal 2 iets naast het hart te raken (op de klots) volgt als resultaat dat de speelbal schuin naar bal 3 loopt en in positie komt.

 

 

 

 

 

plaatsingstoot-01De Plaatsingstoot

We hebben gezien, dat we de speelbal aan de buitenzijde van de te spelen ballen moeten houden, dat is in deze situatie niet het geval.
Om dit te verkrijgen kunnen we niet direct van bal 2 voorbij bal 3 spelen, daarom maken we eerst een plaatsingstoot waaruit we een klotsbal verkrijgen.

 

 

 

 

Zie ook: Lezen en leren

Overhouden

Spelen op overhouden

De voornaamste beginselen bij het spelen op overhouden:

  1. Houdt de ballen zolang mogelijk bijeen, speel ze pas uiteen als het niet anders kan.
  2. Probeer bal 2 zoveel mogelijk via de lange band te verzamelen zodat de af te leggen afstand korter is.
  3. Probeer nooit beide aanspeelballen te plaatsen, het plaatsen van bal 3 wordt daardoor bemoeilijkt.
  4. Zorg dat bal 3 niet wordt weggestoten, zorg dat de speelbal in de buurt van bal 3 blijft.
  5. Blijf altijd op de kop van de tafel, zodat je gebruik kunt maken van de hoeken en korte band.
  6. Probeer zoveel mogelijk de speelbal in de buurt van een van de andere ballen te houden.
  7. Probeer bij stoten aan de band altijd speelbal aan de buitenkant te houden.
  8. Zorg ervoor dat de speelbal nooit vast aan de band komt te liggen.
  9. Probeer er bij een vervolgstoot voor te zorgen dat de speelbal niet tussen de 2 andere ballen komt te liggen, houdt ze voor de speelbal.
  10. Vermijdt bij het korte spel het achter elkaar leggen van de 2 aanspeelballen.
  11. Gebruik indien mogelijk een geamortiseerde stoot om bal 1 zo dicht mogelijk bij bal 3 te plaatsen.
  12. Zorg dat er bij ruim spel (bijv. op het midden van de tafel) minimaal een bal aan de band (of beter nog in de hoek) blijft liggen, zodat er een vervolgstoot overblijft.

header-americaine-01

PS: Als je begint met het oefenen op overhouden zul je merken dat je in het begin slechter zult biljarten dan voorheen. Daardoor moet je je niet laten ontmoedigen, want als je doorzet gaat het daarna ineens met sprongen vooruit.

Zie ook:

  1. Spelen op overhouden een uitgebreid lesboek met afbeeldingen over overhouden door Terry van Erp.
  2. Overhouden – Positiespel een aanvulling op “Spelen op overhouden” lesboek met afbeeldingen over overhouden door Terry van Erp.

Terry van Erp
BV Beja

Techniek

Naar mijn mening is het kopen van een goed biljartboek, een van de beste mogelijkheden om aan goede uitleg en oefenstof te komen, met als uitgangspunt, dat wanneer u verder wilt komen een aantal lessen u goed op weg kunnen helpen.
Echter willen we een aantal voorbeelden met enige uitleg op deze site niet laten ontbreken.

Hier volgen binnenkort een paar belangrijke voorbeelden en links naar video’s en boeken.

Geschiedenis van het biljarten

geschiedenis van het biljartenHet biljartspel kent een lange en rijke geschiedenis. Het spel werd gespeeld door koningen en burgerlui, presidenten, zwakbegaafden, dames, heren, en oplichters evenwel. Het spel is ontstaan in Noord Europa, waarschijnlijk Frankrijk, in de 15e eeuw en werd aanvankelijk als een veldsport gespeeld.

Het biljartspel verhuisde naar binnen op een houten tafel, welke bekleed was met een groen kleed. Dit om het gras na te bootsen. Rondom de tafel werd een simpele lat bevestigd. De ballen werden geschoven, in plaats van gestoten, met een houten stok.

De term biljart is waarschijnlijk afkomstig uit het Frans en is waarschijnlijk samengesteld uit de woorden “bille” van bal en “art” van kunst. Ook de engelsen claimen het ontstaan van het spel maar daar wordt (buiten Engeland) weinig geloof aan gehecht.

Het spel werd origineel gespeeld met twee ballen op een tafel met 6 gaten (pockets) met een poortje en een rechtopgeplaatst blokje (de koning) welke als doel fungeerde. In de 18e eeuw verdwenen de poortjes en de koning geleidelijk uit het spel, en bleven enkel de ballen en gaten nog over. De meeste informatie over het vroegere biljartspel is afkomstig uit “wedstrijd”-verslagen door spelers van adelijke afkomst. Maar het is overduidelijk dat het spel van begin af aan ook door de gewone burger werd gespeeld.

In 1600 was biljarten bekend genoeg om genoemd te worden in Shakespeare’s “Anthony and Cleopatra”. 75 Jaar later verscheen het eerste boek met biljartspelregels, waarin melding werd gemaakt van het feit dat er maar weinig plaatsen in Engeland waren waar geen biljarttafel stond, welke toegankelijk was voor het publiek.

De keu werd ontwikkeld aan het einde van de 17e eeuw. Als een bal (te) dicht bij de rand kwam te liggen, was het zeer moeilijk om met wat toen de voorkant was (een lepelvorm) te schuiven. In zo’n geval werd de stok omgedraaid en werd er met het dunne achtereinde (de cueue wat zoveel als staart betekent) gestoten. Dit gebruik was lange tijd alleen aan de mannelijke spelers voorbehouden, aangezien men bang was dat de dames met het scherpe(re) uiteinde van de cue waarschijnlijk het laken zouden openrijten.

Tafels hadden in het begin platte verticale randen om er voor te zorgen dat de ballen niet van de tafel zouden rollen. Al gauw ontdekten spelers dat de ballen door de randen weerkaatst konden worden en men begon er zelfs gericht op te spelen en ziedaar; het ontstaan van “bandstoten”.

Na 1800 werd in Engeland het materiaal meer en meer verbeterd, mede dankzij natuurlijk door de industriële revolutie. Krijt werd geintroduceerd om de wrijving tussen de bal en keu te vergroten, zelfs al voordat de eerste keu (in 1823) met een leertje (de pomerans) werd uitgerust, waarmee de speler een bal van zij-effect kon voorzien.

In 1829 kwamen de eerste tweedelige keu’s op de markt. Rond 1835 werd leisteen populair als ondergrond. Nadat de industrie het in 1839 voor elkaar kreeg om rubber te vulcaniseren, werden in 1845 de eerste rubberen banden voor de biljarttafel geintroduceerd. Rond het jaar 1850 was de biljarttafel zover doorontwikkeld en verworden tot de vorm die we nu nog steeds gebruiken.

Het van ± 1770 tot 1920 meest gespeelde spel in Engeland was English Billiards, en werd met 3 ballen en 6 gaten (pockets) gespeeld op een lange rechthoekige tafel. De 2 op 1 verhouding tussen lengte en breedte werd standaard in de 18e eeuw. Daarvoor was de tafel aan geen afmeting gebonden.

A. Garnier
A. Garnier

Nog voor er een internationale organisatie bestond, werd in 1873 het eerste wereldkampioenschap vrijspel voor profs georganiseerd, die gewonnen werd door de fransman Garnier met een algemeen gemiddelde van 9,32 en een hoogste reeks van 113 punten.

 

 

Maurice-VignauxVanaf dan gingen de gemiddelden pijlsnel de hoogte in. In 1880 verwezenlijkte de fransman Maurice Vignaux een reeks van 1531 punten. De “série américaine” was geboren.

 

 

 

Schaeffer Mccleery
Schaeffer Mccleery

Tien jaar later, in 1890 had in San Francisco de meest opmerkelijke wedstrijd vrijspel plaats waarbij de Amerikaan Schaeffer Mac Cleery versloeg met 3000 -13 in 3 beurten met een hoogste reeks van 3000 punten.

Libre

biljarten-libre-01Bij het libre mag men vrij, zonder beperkingen, zoveel caramboles maken als men kan over het hele oppervlak van de tafel, uitgezonderd in de hoeken. Dit kan rechtstreeks van de tweede naar de derde bal gebeuren, of via één of meer banden.
Het enige vereiste is dat de speelbal de twee andere ballen raakt. De hoeken worden afgetekend met een kaderbak of librehoek en een wit potlood of stift met een schuine streep waardoor er een driehoek ontstaat. (op een 230 biljart is dit 17 cm) Hierin mogen maar twee caramboles gemaakt worden zonder dat één van de aanspeel-ballen de driehoek verlaat. Ze mogen er wel echter terug inkomen.
Om zoveel mogelijk caramboles te kunnen maken, moet men trachten de ballen zo dicht mogelijk bij elkaar te houden (verzamelen), liefst in de buurt van de korte band.
Voor beginnelingen wordt aangeraden verschillende verzamelstoten te oefenen die meer ervaren spelen kunnen tonen en uitleggen, of die in verschillende boeken over carambole-biljart te vinden zijn. Hier staan er een paar ter download aangeboden. En natuurlijk de lessen op onze pagina Lezen en Leren

Voor de liefhebbers: Het KNBB spel en arbitragereglement SAR 2015

Voor volledige uitleg en arbitrage zie: reglementen libre