Eenbandstoten

Het principe van de éénbandstoten lijkt heel veel op dat van de lossebandstoot. (Zie oefening 8) Men dient er wel rekening mee te houden dat de speelbal na het raken van bal twee iets meer naar rechts zal afwijken. Maak bij bepaling van het mikpunt gerust gebruik van de diamanten op de houten omlijsting van het biljart of van de acquits. Als de diamanten niet aanwezig zijn, kunt u deze eenvoudig zelf maken met behulp van kleine stickertjes. Vraag voor u dit doet wel even aan de beheerder of eigenaar of het mag. Niet iedereen zal het leuk vinden als u dit zomaar doet.eenbandstoot-01

Zoals gezegd lijkt deze stoot veel op de lossebandstoot. Het is dus ook zaak dat u ook hier rekening houd met het gegeven dat de invalshoek niet geheel gelijk is met de uitvalshoek op de band. Varieer deze oefening door de ballen dichter of ver uit elkaar te leggen en verander ook de afstand van de speelbal tot bal twee. Speel altijd zonder effect af op rolhoogte.

 

Drijven met een bal

Plaats de bal in één van de hoeken op de tafel, zo’n 5 centimeter bij de banden vandaan verwijdert. Drijf de bal door middel van kleine stootjes in een rechte lijn langs de lange band naar de overliggende korte band. Tel hierbij het aantal stootjes dat u nodig heeft om de overkant te bereiken. Hier geld hoe meer, hoe beter. Een aantal van boven de 35 is haalbaar. Maakt u een touché of raakt u de band, begin dan gewoon weer opnieuw.

Drijven met een bal
Drijven met een bal

Waar echte wil is, kan ook een weg zijn

Het is inmiddels geen geheim meer, dat er binnen alle bestuurslagen van onze KNBB naarstig wordt gezocht naar de beste bewegwijzering naar de toekomst. Via brainstormsessies tussen bondsbestuur, sectiebesturen, bondsraad en leden wordt geprobeerd om nieuwe gezichtspunten te ontdekken en bestaande onder de loep te leggen.

waar-een-wil-is-is-een-weg

Een absolute voorwaarde om goed te kunnen nadenken over de toekomst is, dat je het verleden kent en begrijpt. Als uitgangspunt kan ongeveer het begin van deze eeuw dienen. In de bestuursvorm zoals we toen hadden, bleek het mogelijk dat financieel beleid en de manier hoe met afdelingsbelangen werd omgesprongen, tot de ondergang van de KNBB zouden kunnen leiden. In 2001, na de bekende ‘noodgreep’ om de bond te redden, is er toen een proces gestart om tot een andere vorm te komen. De geformeerde werkgroep liet vervolgens een stuk verschijnen waarin het voor en tegen van diverse mogelijke structuurvormen inzichtelijk werd gemaakt. Lees verder: Waar echte wil is, kan ook een weg zijn

Mini Pentathlon

Mini Pentathlon Scorebord
Mini Pentathlon Scorebord

Het mini-Pentathlon. De speler geeft vooraf aan of hij een eenbander, tweebander, driebander of losbander dan wel een directe stoot wil gaan maken. Een losbander geldt daarbij altijd alleen maar als een losbander! Heeft men het aantal te maken caramboles van een spelsoort vol, maar maakt men een carambole van die betreffende spelsoort, dan is deze niet geldig en is de tegenstander aan de beurt.

REGLEMENT MINI-PENTATHLON

Er wordt gespeeld volgens een afvalsysteem. Echter na de eerste ronde volgt er voor de verliezers een herkansing.

Zij die de eerste en tweede partij spelen, tellen en schrijven voor elkaar. Zo ook vervolgens bij de daarop volgende partijen.

Iedere speler zorgt dat hij op het aangegeven tijdstip of zoveel eerder als mogelijk of zoveel later als nodig, speelbereid is.

Zorg dan ook minstens 15 minuten voor de tijd aanwezig te zijn.

Indien een speler tien minuten na het officieel geplande tijdstip niet aanwezig is, wordt de wedstrijd voor hem als verloren beschouwd.

Zijn tegenstander schuift automatisch door naar de volgende ronde.

Aantal caramboles: Het aantal te maken caramboles hangt af van het opgegeven libre-gemiddelde. (Zie hiervoor tabel onderaan.)

  1. Een speler is verplicht om van te voren te zeggen of hij een eenbander, tweebander, driebander of losbander dan wel een directe stoot wil gaan maken. Een losbander geldt altijd alleen maar als een losbander!
  2. Heeft men het aantal te maken caramboles van een spelsoort vol, maar maakt men een carambole van die betreffende spelsoort, dan is deze niet geldig en is de tegenstander aan de beurt.
  3. De beslissing van de arbiter of een carambole geldig is, is onherroepelijk.
  4. Voor de aanvang van de partij wordt de trekstoot gemaakt om te bepalen wie mag beginnen. De speler die begint heeft de gemerkte bal. De tweede speler heeft eventueel de nabeurt. Indien een speler met de verkeerde bal speelt, wordt hij afgeteld met de aankondiging: “verkeerde bal”.
  5. Bij vastliggende ballen worden de spelregels gehanteerd zoals bij driebanden, te weten: de speler kiest voor een losband of voor spelen van de niet vastliggende bal of de ballen worden als volgt opgezet:
    A. Speelbal op midden-onderaquit
    B. Andere witte bal op middenaquit
    C. Rode bal op de bovenaquit.
    (n.b.: alleen de vastliggende ballen worden opgezet!) Dit geldt ook bij uitspringende ballen.
  6. Verboden zones (libre-hoekjes) ontbreken op het biljart.
  7. Bij gelijk eindigen van een partij is die speler winnaar, waarvan het percentage van zijn hoogste serie in diens partij ten opzichte van zijn aantal te maken caramboles het hoogste is.
  8. Wanneer er sprake is van ‘beste verliezer’ wordt hiermede bedoeld hij die in percentages uitgedrukt de kleinste nederlaag heeft geleden.
  9. Slechtste winnaar is hij waarvan het percentage van zijn hoogste serie in die partij ten opzichte van zijn aantal te maken caramboles het laagste is. Is dit percentage gelijk, dan beslist de hoogste serie.
  10. De wedstrijdleiding heeft het recht om het aantal te spelen caramboles van een deelnemer aan te passen.
  11. Bij beste verliezers geen twee opeenvolgende partijen tegen dezelfde speler. De wedstrijdleiding gaat dan tot loting over onder de (beste) verliezers.
  12. In  alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de wedstrijdleiding.

Download de tellijst: Beja_Mini_Pentathlon_Tellijst

Download de Handicaptabel: Mini_Pentathlon_Handicaptabel

Handicaptabel mini-Pentathlon:

Libremoyenne Direct 1-band 2-band 3-band losband Totaal
4.00 en hoger 5 5 5 5 5 25
3.00 t/m 3.99 5 5 5 5 4 24
2.50 t/m 2.99 5 5 4 4 4 22
2.00 t/m 2.49 5 5 4 4 3 21
1.50 t/m 1.99 4 4 4 3 3 18
1.00 t/m 1.49 4 4 3 3 2 16
0.00 t/m 0.99 4 3 3 3 1 14

Waaruit bestaat een biljartkeu?

De biljartkeu bestaat uit een groot aantal onderdelen namelijk de tip, de ferule, de shaft, de joint, de butt en de bumper. Al deze onderdelen zijn nodig om de biljartkeu optimaal te laten preseteren.

Pomerans van de biljartkeu
De keutip is de voorkant van de biljartkeu waar je de biljartbal mee raakt. In de biljartwereld noemt men dit de pomerans. Er is een verscheidenheid aan pomeransen met verschillende eigenschappen voor verscheidene situaties op de biljart tafel. De kleine pomerans heeft een diameter van negen millimeter en wordt het meest gebruikt bij snooker. De bredere pomerans heeft een diameter van ongeveer dertien millimeter en wordt voornamelijk bij het poolbiljart gebruikt. Hoe ronder en kleiner de pomerans hoe meer effect er aan de biljartbal kan worden gegeven. De biljarttip is meestal het onderdeel van de biljartkeu dat te maken heeft met de meeste slijtage. Een deel van de pomerans kan door veelvuldig gebruik gladde plekken krijgen die niet het gewenste schot kunnen leveren. Het is dus belangrijk om de pomerans goed te onderhouden en veel te krijten om dit soort situaties te voorkomen.

De shaft (top)
De keu shaft wordt ook wel de top genoemd. Er kan een verschil zitten in de manier hoe de topeind naar het uiteinde loopt. De zogenoemde pro taper heeft dezelfde diameter van de tip tot ongeveer 30 a 35 centimeter vanaf de tip kant. Pas daarna wordt de shaft breder. De European taper zal gelijkmatig steeds breder worden. De European taper is de bekendste en meeste gebruikte vorm bij keus. De meest gebruikte houtsoort voor het shaft is esdoornhout.

Het achtereind van de biljartkeu
Het merendeel van het gewicht zit in het achtereind van de biljartkeu. Een goede keu zal het gewicht hebben van het eigen hout en niet het gewicht wat is toegevoegd aan het onderstuk. Het onderstuk kan bestaan uit verschillende stukken. De speler kan zo verschillende lengtes er aanzetten of afhalen en het gewicht en de balans van de keu veranderen. De butt is meestal het meest decoratieve deel van de keu en er zijn duizenden designs waar een speler uit kan kiezen. De butt kan soms een omwikkeling bevatten van bijvoorbeeld linnen of leer voor de grip.

De keu bumper
Een keu bumper is er om de biljartkeu te beschermen tegen het stoten van de keu tegen de muur of vloer. Zonder de bumper kan de keu anders aanvoelen door gewicht en balans veranderingen bij het kaatsten van de bal.

Verlengen
Logoni heeft met het 3lobite systeem een perfect verlengsysteem ontworpen.