Ballen verwisseld, altijd vervelend

ballen-verwisseld-01Als de partij eenmaal begonnen is, mag je als speler geen bal meer aanraken. Alles wat met de ballen gebeurt, moet door de arbiter gedaan worden. Maar ook de beste en meest secure arbiter kan zich natuurlijk een keertje vergissen. En bijvoorbeeld de ballen verwisselen. De arbiter doet het, maar het wordt de speler aangerekend.

We hebben allemaal wel eens meegemaakt, wat iemand mij schreef. „Tijdens een wedstrijd komt de speelbal vast te liggen en de speler vraagt de arbiter om de ballen op te zetten. De arbiter plaatst eerst de rode bal op het aquit en vervolgens de twee witte ballen. Maar verwisselt zonder erg de twee witte. De speler vervolgt zijn beurt en maakt weer een carambole, nu dus met de verkeerde bal. Dan slaat bij de arbiter de schrik toe. Lees verder: Ballen verwisseld, altijd vervelend

Als de ballen tussentijds opgezet moeten worden

Noteren-01aTijdens een partij kan het gebeuren, dat de ballen opnieuw ‘opgezet’ moet worden. Een uitspringende bal of als de speelbal vastligt aan een of beide andere ballen. Soms is dan herplaatsing op de acquits verplicht, soms kan de speler er voor kiezen.

Bij libre, kader of bandstoten is het simpel. Springt er een bal uit, dan worden alle ballen in de beginpositie geplaatst. Komt er een bal op de rand terecht en raakt de houten omlijsting, dan geldt dat ook als een uitgesprongen bal. Alle ballen in de beginpositie. Komt een bal op de rand maar raakt het hout niet, dan is er niets aan de hand. De speler mag gewoon doorgaan. Als de speelbal vastligt aan een of beide andere ballen, dan mag de speler in de meeste gevallen kiezen: de speelbal ‘los’ spelen, dat wil zeggen vanaf een andere bal of band waaraan de speelbal niet vastligt. Of met een kopstoot de bal eerst duidelijk zichtbaar ‘wegspelen’ van de bal of ballen waaraan de speelbal vastligt. Ziet de speler dat niet zitten, dan kan hij de arbiter vragen om de ballen op de acquits te plaatsen en speelt hij verder vanuit de beginpositie. Alleen in de topklasse libre-klein en libre-groot heeft de speler die keuze niet en worden, als de speelbal vastligt aan een of beide andere ballen, altijd alle ballen in de beginpositie geplaatst. Lees verder: Als de ballen tussentijds opgezet moeten worden

Soms zijn regels best moeilijk (1)

Regels zijn nodig. Daar zullen we het allen over eens zijn. Regels moeten duidelijk zijn. Dat is de ene keer gemakkelijker dan de andere. Onlangs was ik ergens om deel te nemen aan voorwedstrijden. Voor aanvang maakten we, deelnemers, leiding en vrijwilligers, met elkaar kennis, voor zover nodig. En omdat ik door deze schrijfsels inmiddels een redelijke bekendheid geniet, kwam, als zo vaak, het gesprek al gauw op voorvallen tijdens wedstrijden.

Ik ben daar altijd blij mee, want toen dit blad nog als officieeel orgaan van de KNBB fungeerde, kwam het bij elke vereniging maandelijks op de mat en werd het binnen elke vereniging door een aantal mensen opengeslagen. Dat had weer tot gevolg dat ik elke maand meerdere onderwerpen kreeg voorgelegd, waar ik schrijfstof uit kom putten. Ook om deze reden spijt het mij dat dit blad niet meer bij elke vereniging komt. Ik moet nu mijn inspiratie veel meer opdoen door zelf dingen op te merken. Lees verder: Soms zijn regels best moeilijk (1)

Soms zijn regels best moeilijk (2)

Na het vorige schrijfsel, u weet wel, over wat te doen als de speler een bal aanraakt terwijl ze tussentijds in de beginpositie geplaatst worden, ontving ik verschillende reacties.

Twee licht ik er uit. Een ervaren arbiter schreef dat hij de toelichting bij artikel 5204 lid 2 van Spel en Arbitrage Reglement (SAR), dat gaat over het tussentijds in de beginpositie plaatsen, wat verwarrend vindt. Het artikel luidt: worden de ballen tijdens een partij in de beginpositie geplaatst, dan dient de eerstvolgende carambole te voldoen aan het bepaalde in lid 2. Dat wil zeggen dat er direct vanaf de rode moet worden gespeeld. Dat geeft weinig aanleiding tot misverstanden. De toelichting gaat echter verder: maakt de speler een fout, dan is het bepaalde niet van toepassing op de tegenstander. Er is dan immers geen sprake meer van een beginpositie. Het lijkt duidelijk genoeg. Terwijl de arbiter bezig is om de ballen ‘op te zetten’ maakt de speler een fout waardoor de ander aan de beurt komt. De arbiter moet het ‘opzetten’ wel voltooien maar het is nu geen beginpositie meer, dus mag er naar eigen keuze worden afgestoten.

Deze arbiter vindt deze teks toch te verwarrend en niet duidelijk genoeg. Want zo schrijft hij, zo is het als de ballen wegens vastliggen ‘opgezet’ moeten worden. Maar als de speler één of meer ballen van de tafel stoot, moeten de ballen ook in de beginpositie geplaatst worden en uit de tekst zou je kunnen opmaken dat de tegenstander die nu aan de beurt komt, dan niet verplicht zou zijn om rechtstreeks vanaf de rode bal te spelen. Daarentegen kun je ook stellen dat de ballen voor de tegenstander in zijn beginpositie geplaatst worden, dus moet hij direct van rood spelen. De briefschrijver geeft als zijn mening dat de tekst van de toelichting bij artikel 5402 lid 2 zou moeten luiden: Worden tijdens een partij de ballen opnieuw in de beginpositie geplaatst dan moet de eerstvolgende carambole voldoen aan het bepaalde in artikel 5204 lid 2. Maar maakt de eerst aan de beurt zijnde speler , nadat de arbiter heeft aangevangen om de ballen in de beginpositie te plaatsen, een fout waardoor de beurt naar de tegenstander gaat, dan is dit bepaalde niet van toepassing voor de tegenstander.
Er is dan immers geen sprake meer van een beginpositie. De nu aan de beurt komende tegenstander gaat spelen vanaf de positie die vóór het maken van de fout nog als positie voor de aanspeelbal werd aangemerkt.

Wat deze arbiter schrijft is juist. Het criterium is voor welke speler de ballen in de beginpositie worden geplaatst. Een ervaren en goed opgeleide arbiter zal hier weinig moeite mee hebben. Maar vaak genoeg staat er een gewoon team- of clublid aan de tafel als arbiter. Met wat minder kennis van de arbitrageregels onder de pet. En dan kan deze toelichting best voor verwarring zorgen. En een wat meer uitgebreide toelichting zou denk ik door velen op prijs gesteld worden.

Een andere briefschrijver maakte mij attent op een veel voorkomend fout gedrag. Een bal springt tijdens een partij uit. De speler die de bal van de tafel stoot, vangt of raapt hem op en plaatst die bal meteen op de voorgeschreven stip. Voorbeeld 2: speler maakt zijn laatste carambole maar de tegenstander heeft nog de gelijkmakende beurt. De speler die begonnen is en zijn laatste carambole heeft gemaakt, is de arbiter behulpzaam met het plaatsen van de ballen. Wat doe je als arbiter in zo’n geval?
Als de ballen, voordat hij ze aanraakte, even tot stilstand kwamen, kan zijn laatste carambole niet meer herroepen worden. Je kunt hem dus niet de beurt ontnemen want hij is al klaar en de beurt is al overgegaan op de tegenstander. Je kunt er dus eigenlijk weinig mee. Waar je wel om moet denken is, dat de speler een of meer ballen beetpakt met wellicht bezwete of vettige handen. Daarmee kan hij ongeoorloofde invloed uitoefenen op de loop van de ballen en daarmee de partij van zijn tegenstander beïnvloeden. Dat mag niet. Je zult dus als arbiter de ballen even met een doek moeten schoonwrijven. Uiteraard geef je de speler een vermaning. Doet zo’n speler het later toch weer, dan wordt het anders.
Dan wordt het bewust onsportief gedrag.
Daar hoort een officiële waarschuwing bij.

Bron: Biljart totaal
Auteur: Piet Verhaar
Email: pietvangerte@hotmail.com

*** Soms zijn de regels best moeilijk (1) *** Index *** Een begin met valkuilen ***

Arbitrage

Overal op het internet verschijnen regelmatig schrijfsels over de valkuilen van de arbitrage. Leerzaam voor arbiters, maar zeer zeker ook voor spelers, die al dan niet afhankelijk zijn van arbiters. Dan is het goed om kennis van de regels te hebben, zodat niet iedere beslissing van de arbiter wordt aangevochten.

In de komende maanden proberen we hier in begrijpelijke taal een en ander weer te geven. Hier volgen de columns “Noteren” van Piet Verhaar uit het blad “Biljart Totaal”. Piet Verhaar is als arbiter, bondsofficial en lid van de carambole bondsraad verbonden aan de KNBB. Piet is met een libre moyenne van circa 10 zelf ook een verdienstelijk biljarter bij BV Wapen van Alblasserdam (in 2015 9.00 als moy.). (De dik gedrukte links zijn nog in PDF formaat welke ik zo snel mogelijk zal omzetten in beter leesbare en doorzoekbare tekst.) Lees verder: Arbitrage