Super Aramith Pro Cup PRESTIGE

Super Aramith biljartballen van de hoogste kwaliteit nu in een nieuwe uitvoering, de Pro Cup Prestige.

Nieuw model Super Aramith Pro Cup model PRESTIGE:

  • De S.A. Prestige is voorzien van het opvallende 6 stippen ontwerp op DRIE biljartballen
  • Dit maakt het mogelijk om het spel uit te breiden tot drie spelers
  • De Pro Cup met de 3 gestipte ballen geven zowel de kijker als de biljartspeler een beter overzicht van wat er gebeurd op de tafel en maakt het effectgebruik zeer goed waar te nemen voor de kijkers, arbitrage en spelers.
  • Uiteraard in de officiële wedstrijdmaat 61,5 mm
  • Deze biljartballen zijn een product van Saluc, made by Aramith®
Super Aramith Pro Cup Prestige
Super Aramith Pro Cup Prestige

De Super Aramith biljartballen pro cup prestige zijn van Phenolhars gemaakt en waarborgen de allerhoogste kwaliteit en nauwkeurigheid.

De Prestige uitvoering van de Pro Cup wedstrijdballen zijn allen voorzien van de kenmerkende stippen zodat men het gedrag van de biljartballen goed kan onderscheiden.

Zo worden deze ballen vooral gebruikt bij demonstratie biljarten en trainingen zodat men duidelijk het effect kan zien van stoten met effect, ofwel english zoals ze het in het snookeren of poolen noemen.

De prijst ligt rond de €150.00 per set.

Soms zijn regels best moeilijk (1)

Regels zijn nodig. Daar zullen we het allen over eens zijn. Regels moeten duidelijk zijn. Dat is de ene keer gemakkelijker dan de andere. Onlangs was ik ergens om deel te nemen aan voorwedstrijden. Voor aanvang maakten we, deelnemers, leiding en vrijwilligers, met elkaar kennis, voor zover nodig. En omdat ik door deze schrijfsels inmiddels een redelijke bekendheid geniet, kwam, als zo vaak, het gesprek al gauw op voorvallen tijdens wedstrijden.

Ik ben daar altijd blij mee, want toen dit blad nog als officieeel orgaan van de KNBB fungeerde, kwam het bij elke vereniging maandelijks op de mat en werd het binnen elke vereniging door een aantal mensen opengeslagen. Dat had weer tot gevolg dat ik elke maand meerdere onderwerpen kreeg voorgelegd, waar ik schrijfstof uit kom putten. Ook om deze reden spijt het mij dat dit blad niet meer bij elke vereniging komt. Ik moet nu mijn inspiratie veel meer opdoen door zelf dingen op te merken. Lees verder: Soms zijn regels best moeilijk (1)

Soms zijn regels best moeilijk (2)

Na het vorige schrijfsel, u weet wel, over wat te doen als de speler een bal aanraakt terwijl ze tussentijds in de beginpositie geplaatst worden, ontving ik verschillende reacties.

Twee licht ik er uit. Een ervaren arbiter schreef dat hij de toelichting bij artikel 5204 lid 2 van Spel en Arbitrage Reglement (SAR), dat gaat over het tussentijds in de beginpositie plaatsen, wat verwarrend vindt. Het artikel luidt: worden de ballen tijdens een partij in de beginpositie geplaatst, dan dient de eerstvolgende carambole te voldoen aan het bepaalde in lid 2. Dat wil zeggen dat er direct vanaf de rode moet worden gespeeld. Dat geeft weinig aanleiding tot misverstanden. De toelichting gaat echter verder: maakt de speler een fout, dan is het bepaalde niet van toepassing op de tegenstander. Er is dan immers geen sprake meer van een beginpositie. Het lijkt duidelijk genoeg. Terwijl de arbiter bezig is om de ballen ‘op te zetten’ maakt de speler een fout waardoor de ander aan de beurt komt. De arbiter moet het ‘opzetten’ wel voltooien maar het is nu geen beginpositie meer, dus mag er naar eigen keuze worden afgestoten.

Deze arbiter vindt deze teks toch te verwarrend en niet duidelijk genoeg. Want zo schrijft hij, zo is het als de ballen wegens vastliggen ‘opgezet’ moeten worden. Maar als de speler één of meer ballen van de tafel stoot, moeten de ballen ook in de beginpositie geplaatst worden en uit de tekst zou je kunnen opmaken dat de tegenstander die nu aan de beurt komt, dan niet verplicht zou zijn om rechtstreeks vanaf de rode bal te spelen. Daarentegen kun je ook stellen dat de ballen voor de tegenstander in zijn beginpositie geplaatst worden, dus moet hij direct van rood spelen. De briefschrijver geeft als zijn mening dat de tekst van de toelichting bij artikel 5402 lid 2 zou moeten luiden: Worden tijdens een partij de ballen opnieuw in de beginpositie geplaatst dan moet de eerstvolgende carambole voldoen aan het bepaalde in artikel 5204 lid 2. Maar maakt de eerst aan de beurt zijnde speler , nadat de arbiter heeft aangevangen om de ballen in de beginpositie te plaatsen, een fout waardoor de beurt naar de tegenstander gaat, dan is dit bepaalde niet van toepassing voor de tegenstander.
Er is dan immers geen sprake meer van een beginpositie. De nu aan de beurt komende tegenstander gaat spelen vanaf de positie die vóór het maken van de fout nog als positie voor de aanspeelbal werd aangemerkt.

Wat deze arbiter schrijft is juist. Het criterium is voor welke speler de ballen in de beginpositie worden geplaatst. Een ervaren en goed opgeleide arbiter zal hier weinig moeite mee hebben. Maar vaak genoeg staat er een gewoon team- of clublid aan de tafel als arbiter. Met wat minder kennis van de arbitrageregels onder de pet. En dan kan deze toelichting best voor verwarring zorgen. En een wat meer uitgebreide toelichting zou denk ik door velen op prijs gesteld worden.

Een andere briefschrijver maakte mij attent op een veel voorkomend fout gedrag. Een bal springt tijdens een partij uit. De speler die de bal van de tafel stoot, vangt of raapt hem op en plaatst die bal meteen op de voorgeschreven stip. Voorbeeld 2: speler maakt zijn laatste carambole maar de tegenstander heeft nog de gelijkmakende beurt. De speler die begonnen is en zijn laatste carambole heeft gemaakt, is de arbiter behulpzaam met het plaatsen van de ballen. Wat doe je als arbiter in zo’n geval?
Als de ballen, voordat hij ze aanraakte, even tot stilstand kwamen, kan zijn laatste carambole niet meer herroepen worden. Je kunt hem dus niet de beurt ontnemen want hij is al klaar en de beurt is al overgegaan op de tegenstander. Je kunt er dus eigenlijk weinig mee. Waar je wel om moet denken is, dat de speler een of meer ballen beetpakt met wellicht bezwete of vettige handen. Daarmee kan hij ongeoorloofde invloed uitoefenen op de loop van de ballen en daarmee de partij van zijn tegenstander beïnvloeden. Dat mag niet. Je zult dus als arbiter de ballen even met een doek moeten schoonwrijven. Uiteraard geef je de speler een vermaning. Doet zo’n speler het later toch weer, dan wordt het anders.
Dan wordt het bewust onsportief gedrag.
Daar hoort een officiële waarschuwing bij.

Bron: Biljart totaal
Auteur: Piet Verhaar
Email: pietvangerte@hotmail.com

*** Soms zijn de regels best moeilijk (1) *** Index *** Een begin met valkuilen ***

10 van de makkelijke

Men speelt met de drie gewone biljartballen waarbij elke bal als speelbal mag worden gebruikt, elke beurt een andere bal desnoods. Het doel is om één serie van 10 caramboles te maken.

Het klinkt simpel genoeg maar u zult merken dat tijdens dit spel niet snel de makkelijkste bal wordt gekozen, terwijl ook rood als speelbal mag worden gebruikt.

Voor sterkere spelers is dit spel goed te combineren met Annonceetje, of de blauw bal introduceren als “strafbal”. Als de blauwe bal wordt geraakt staat iemand weer op nul.

10 over rood

10-over-roodHet 10 over Rood wordt gespeeld met de drie ballen op tafel.

Zoals de naam al doet vermoeden speelt men elk te maken punt EERST via de rode bal en is het de bedoeling om in totaal 10 caramboles te maken.

Het leukste is het om dit spel met een groepje te spelen. Men speelt allen met dezelfde witte, of gele bal. De bedoeling is dat ieder die de 10 caramboles haalt voor dat moment klaar zijn met het spel. Diegene die overblijft en niet de 10 caramboles haalt, is helaas de verliezer. Meestal word er om een rondje gespeeld en betaald de verliezer van het spel.

Op het aantal van 7 punten staat men vast en kan men zijn punten niet meer kwijt raken. Mis je rood en je hebt nog geen 7 punten behaald, dan verlies je het tot dan toe behaalde aantal punten en moet men weer van nul af starten. Het is gangbaar dat de laatst carambole moet worden gemaakt door een driebandstoot, of een losse bandstoot. Dit om nog lang de spanning er in te houden.

Als er bij de spelers een groot niveau verschil aanwezig is, wordt vaak afgesproken dat de sterkere speler bijvoorbeeld 10 driebanders, of 10 bandstoten moet maken. In de kroeg is dit het een zeer populair spel. Er zijn biljartclubs die hier toernooien in houden. De genoemde aantallen caramboles of wanneer met “vast” staat kan onderling anders worden afgesproken.

10-over-rood-aanvang-01

Toernooi:

Een pool van 4 spelers, de laatste die er nog geen heeft weten te scoren valt af. Vervolgens door loting een nieuwe pool van 4 en zo verder totdat er een finale ontstaat van één tegen één en de winnaar is bekend.