Biljartbril

Voorbeeld van een biljartbril
Voorbeeld van een biljartbril

Een beter gemiddelde begint bij een biljartbril

U kent het wel, u legt aan voor een uiterst moeilijke bal die aan de overkant van de tafel ligt, en u kijkt of tegen de bovenkant van uw montuur aan of u kijkt over u bril heen waardoor de kans dat deze bal raak gaat al met 50% is verminderd. Door een comfortabel aluminium lichtgewicht montuur zonder randen om het glas behoort dit tot de verleden tijd. Lees verder: Biljartbril

Voet aan de grond

Biljartwedstrijd tussen de toekomstige kampioenen Hans Vultink en Piet de Leeuw jr., die aan stoot is en onreglementair geen voet aan de grond
Biljartwedstrijd tussen de toekomstige kampioenen Hans Vultink en Piet de Leeuw jr., die aan stoot is en onreglementair geen voet aan de grond

Het is allang geen unicum meer, dat er biljarttoernooien voor ‘rolstoelers’ worden georganiseerd. Nog onlangs kon u in Biljart Totaal van januari 2005 op bladzijde 6 het verslag lezen van het Algemeen Kampioenschap Rolstoelbiljarten. Uit die kringen ontving ik onlangs het verzoek eens een lans te willen breken voor speciale reglementering.

Ik werd er op gewezen, dat de huidige regels dienen te worden aangepast. Bijvoorbeeld zou een rolstoelbiljarter altijd de fout ‘het niet met ten minste één voet de grond raken, op het moment dat de speler afstoot, begaan, zoals in artikel 5209 lid 5 van het Spel- en Arbitragereglement is bepaald. Dit rolstoelbiljarten heeft nu zo’n vlucht genomen, dat het langzaamaan tijd wordt ook voor deze groep KNBB-ers aangepaste regels te ontwerpen. Ik voldoe graag aan het verzoek om via deze rubriek de aandacht te vragen van de reglementencommissie om ook voor deze biljarters een goed reglement te maken, waaraan de spelers en de arbiters iets hebben. Want, indien de arbiter erg formeel zou handelen (en die zijn er!), dan zou hij of zij wellicht elke carambole moeten aftellen, omdat niet werd voldaan aan de voorwaarde “voet aan de grond. Lees verder: Voet aan de grond

Wat de arbiter niet kan zien

Om goed te kunnen zien of er een geldige carambole tot stand komt, zijn drie zaken van groot belang. De arbiter moet zich zo goed mogelijk opstellen, zijn (of haar) zicht mag nergens door belemmerd worden en er moet een goede verlichting zijn boven de tafel.

Meestal is de verlichting boven de tafel wel in orde. De verlichtingssterkte moet minimaal 560 lux zijn. Daarvoor zijn melkwitte lampen van tenminste 100 watt nodig of energiezuinige lampen van minstens dezelfde sterkte, die op 80 cm boven het biljart zijn aangebracht. Boven de kleine tafel twee en boven de matchtafel drie. De armaturen moeten aan de binnenkant wit zijn, iets wat bij het ouder worden nogal eens verandert in geel. Dan moeten de armaturen, de kappen, eens goed met een sopje schoongemaakt worden. Een ander euvel wat nog wel eens voorkomt is dat de hoeken van het speelvlak wat onderbelicht blijven. Vaak komt dat doordat de lampen te hoog in de kap zitten, waardoor de uitstraling in de breedte onvoldoende is. Soms kan dat heel eenvoudig veranderd worden. Lees verder: Wat de arbiter niet kan zien