Butage of afstoot

Op verzoek van trouwe lezers ga ik nogmaals in op het fenomeen butage (springende bal). Voor veel spelers blijft dit een gevaar dat altijd op de loer ligt en vaak de reden is van een misser.

springende-ballen-01In november 2007 omschreef ik de vermoedelijke oorzaak van de butage: ‘Het meest voor de hand liggend is dan ook dat er vuil op de bal zit, wat de  butage veroorzaakt. Immers we maken tijdens een partij al gauw 50 tot 100 caramboles door met een gekrijte pomerans tegen de speelbal te stoten. Bij elke afstoot zal dus wat krijtstof op de speelbal en het laken komen en indirect ook de andere ballen. Soms ziet men de krijtstippen tijdens de partij duidelijk op de ballen aanwezig. Waárschijnlijk ontstaat een butage als de speelbal en de aan te spelen bal elkaar treffen op een plek waar nogal wat krijt op de ballen zit. Door de hoge wrijving van het krijt zal de speelbal belangrijk anders reageren dan de bedoeling van de speler. De bal klimt als het ware op de tweede bal (sprongetje) en valt vervolgens op de tafel.’

Het is overigens niet zeker dat dit de enige oorzaak is van een butage. Een butage treedt alleen op als wordt gespeeld met veel hoog of laag effect. Bij de trekstoot valt de speelbal als het ware stil, bij de doorschietstoot vervolgt de speelbal meestal in een afwijkende richting. Maar de afstoot kan ook de oorzaak zijn van een lichte sprong van de speelbal, waardoor dit verrassend veel op een brutage lijkt. Immers bij elke trekstoot, hoe mooi ook uitgevoerd, komt de speelbal los van het laken en ‘stuitert’ als het ware naar de aanspeelbal toe (bij biljart artistiek is dit verschijnsel door de slijtplekken op het laken prachtig te zien). Tref de speelbal dus door een matige afstoot, bijvoorbeeld tegen de ketsgrens de aanspeelbal boven de hartlijn, dan kan de speelbal ook ‘dood’ vallen na contact met bal 2. Leerzaam is nu of ook de aanspeelbal voldoet aan de verwachting van de speler. Komt deze op de beoogde plek, dan kan met recht van een butage  worden gesproken. Komt bal 2 energie te kort, dan was de afstoot van de speler dus minder energiek en kan dit ook de oorzaak zijn van missen.
Bij de doorschietstoot het sprongeffect van de speelbal veel kleiner en de butage uit zich meestal in een afwijkende looplijn na contact met bal 2, zie tekening.

butage-of-afstoot-01

Ook nu is het belangrijk te zien wat de uitkomst is van de aanspeelbal. Voldoet bal 2 aan de wens van de speler, dan is zo goed als zeker de butage de schuldige. Vaak echter ‘blijft bal 2 weg’, en daar energie niet zomaar verloren gaat, is de oorzaak dan ook meestal een matige afstoot. Deze analyse van de stoot is erg belangrijk ook in psychologisch opzicht voor de speler.

Bron: Biljart Totaal (juni 2012)
Veel speelplezier,
Hans de Jager.
h.d.jager@gmail.com

Is biljarten ook een kansspel (april 2012) – Index – Biljartverwarming; wens of noodzaak? (juli / augustus 2012)

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Facebooktwitterpinterest

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *